Op haar 18de verjaardag ontdekt Constanze dat ze ooit zes broers had, maar dat die door een vloek in witte zwanen zijn veranderd. Constanze is de enige die de vloek ongedaan kan maken. Maar dan mag ze zes jaar niet meer spreken en moet ze uit brandnetels hemden maken voor haar broers. Constanze aarzelt geen moment, verlaat het ouderlijk huis en begint aan haar taak. Maar dan ontmoet ze een prins, die verliefd op haar wordt.