In het land van Moab wordt Ruth als kind door haar vader verkocht aan een Moabitische sekte die jonge meisjes offeren aan de god Chemosh. Als door een wonder ontsnapt ze aan het offerblok en groeit op tot de beeldschone priesteres Ruth, die de kleine Tebah gereed maakt voor haar dag van het 'eeuwige geluk'. Door toeval leert ze de Joodse goudsmid Mahlon kennen die haar vertelt over een andere God. Een God van barmhartigheid, liefde en mededogen. Ze raakt zo in de ban van zijn verhalen dat ze steeds meer begint te twijfelen aan haar god en het aanstaande offerfeest van Tebah.